Wanneer je besluit om NMEA2000 apparatuur te gaan gebruiken
op de boot is het verstandig om eerst alle onderdelen van het nieuwe netwerk
goed in kaart te brengen. Hieronder hebben we alle tips en trucs uiteengezet
voor een vlekkeloze installatie en betrouwbare bedrijfsvoering.
Wat heb je nodig?
Een voedingskabel. Deze kabel heeft als functie om 12V
boordspanning naar het NMEA2000 netwerk te brengen en de daarop aangesloten
apparatuur van voeding te voorzien.
Een backbone. Dit is eigenlijk een verdeel inrichting
voor het NMEA2000 netwerk, alle apparatuur word afgetakt van deze backbone. Wanneer
er meer apparatuur toegevoegd word, kan deze altijd uitgebreid worden met T
stekkers voor extra apparatuur.
Eind weerstanden. Deze weerstanden zijn verpakt in
NMEA200 stekkers met een dicht uiteinde. Ze zijn noodzakelijk om het netwerk
stabiel te laten communiceren met alle aangesloten apparatuur en worden aan
beide uiteinden van de backbone gemonteerd.
Aansluitkabels. Ook wel dropcables genoemd, worden
gebruikt om alle apparatuur op de backbone aan te sluiten, deze hebben altijd
een mannelijke en een vrouwelijke connector. Op deze manier kunnen alle
dropcables maar op 1 manier gemonteerd worden en heb je nooit de verkeerde
stekker voor je wanneer je alles aansluit.
Installatie tips:
Om te beginnen is het altijd goed om eerst te bepalen waar
de backbone gemonteerd moet worden. In de meeste situaties is het aan te raden
om de backbone zo veel mogelijk op de plek te zetten waar de meeste apparatuur
komt.
Voorbeeld 1, een boot met 1 stuurconsole en 1 inboard motor.
Deze heeft een oud VETUS dashboard en word gemoderniseerd naar een nieuw
dashboard met NMEA2000:
In dit geval heeft de motor een oliedruk, olietemperatuur,
watertemperatuur en uitlaat temperatuur sensor. De backbone installeren we in
de stuurconsole onder de plek waar het dashboard komt, omdat we later misschien
wel extra navigatie apparatuur met NMEA2000 willen aansluiten op deze plek en
de kabel daarvoor zo eenvoudig aangesloten kan worden. Vanaf de backbone gaat 1
kabel richting machinekamer voor alle sensoren daar. (Ook de water en
brandstoftank). In de machinekamer word een aansluitkast met NMEA2000 omzetter
geplaatst en aangesloten op de NMEA2000 dropcable die vanaf de stuurconsole
komt. De omzetter heeft alle ingangen voor de sensoren op de motor, toerental
van de dynamo (W aansluiting), roerstand sensor en tank niveau sensoren. De
omzetter dient ingesteld te worden voor de juiste sensoren, dit kan eenvoudig
met draaischakelaars op de omzetter. Bijvoorbeeld het type sensor (Amerikaanse
of Europese standaard) en de hoeveelheid tank sensoren op de omzetter. Alle
gegevens worden nu vanuit de machinekamer naar de stuurconsole gestuurd. In de
stuurconsole word een NMEA2000 voedingskabel aangesloten, deze heeft een massa
en een zwevende zekering houder voor de 12V aansluiting. De massa komt aan de
massa verdeler (-) en de 12V aansluiting achter het contactslot, deze kan op 2
manieren gemaakt worden.
Manier 1: Op een ongebruikte plek van de bestaande zekering
houder, hier kan de zwevende zekering vervallen en een geschikte zekering
bijgeplaatst worden in de bestaande houder.
Manier 2: Direct achter het contactslot, dit vereist de
zwevende zekering houder aan de kabel.
Nu heeft de backbone voeding, de backbone verdeeld deze
voeding naar alle aangesloten NMEA2000 apparatuur. Om de backbone goed te laten
functioneren heeft deze nog 2 eindweerstanden nodig, deze kunnen eenvoudig in
beide uiteinden van de backbone gestoken worden. Het enige wat nog nodig rest:
Het nieuwe dashboard aansluiten. Dit kan eenvoudig met een korte dropcable van
de backbone naar het nieuwe dashboard. Alles is nu functioneel en kan naar
behoefte ingesteld worden. Ons 7Inch dashboard heeft bijvoorbeeld meerdere
instellingen om de juiste informatie te tonen, waaronder verschillende typen
dashboards en extra informatie wanneer er navigatie apparatuur aanwezig is.
Voorbeeld 2, een boot met 1 stuurconsole en 1 of 2 Yamaha
buitenboordmotoren. Deze heeft een standaard Yamaha display op een Yamaha
command link verdeler en word uitgebreid met een nieuw NMEA2000 dashboard.
Vaak is er al apparatuur aan boord die NMEA2000 ondersteund,
zoals een marifoon en/of tank niveau meters, maar is deze optie simpelweg nog
niet gebruikt. Om in deze situatie eenvoudig alle informatie op 1 display weer
te geven is een NMEA2000 backbone installatie met een verbinding naar de Yamaha
command link verdeler nodig. Hier installeren we de backbone in de stuurconsole
met de eindweerstanden zoals beschreven in voorbeeld 1. Wat deze installatie
anders maakt is de afwezigheid van de NMEA2000 omzetter. Hier kan eenvoudig met
een verloopkabel van NMEA2000 naar Yamaha command link worden volstaan. Deze
word aan de Yamaha zijde in een vrije aansluiting geklikt en aan de andere kant
op de backbone aangesloten. De Yamaha command link verzorgd de 12V voeding in
de NMEA2000 backbone, er hoeft dus geen extra voeding aangesloten te worden.
Vervolgens kan het nieuwe display en eventuele andere apparatuur die NMEA2000
ondersteund eenvoudig met dropcables op de backbone worden aangesloten. Alle
gegevens van de buitenboordmotor zijn nu te zien op het nieuwe display, samen
met de gegevens van de andere apparatuur aan boord. (Tank niveau, koers,
snelheid enz.)
Op deze manier heeft U een volledig functionerende NMEA2000
installatie aan boord die voldoet aan alle eisen en eenvoudig uit te breiden is
met apparatuur die NMEA2000 ondersteund. Denk hierbij aan acculaders,
omvormers, navigatie systemen, AIS, boegschroeven, ankerlieren, enz.
Uw ervaring op deze site wordt verbeterd door het gebruik van cookies.